THC

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  THC    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • THC
enkelvoud meervoud
naamwoord THC -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

THC

  1. (scheikunde) (initiaalwoord), (afkorting) tetrahydrocannabinol, de chemische stof die als psychoactieve stof in hennepproducten voorkomt

Gangbaarheid

  • Het woord THC staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.