initiaalwoord
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: initiaalwoord (hulp, bestand)
- IPA: /ˌiniˈtʃalwort/
Woordafbreking
- ini·ti·aal·woord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van initiaal en woord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | initiaalwoord | initiaalwoorden |
verkleinwoord | initiaalwoordje | initiaalwoordjes |
Zelfstandig naamwoord
het initiaalwoord o
- (taalkunde) een woord dat is samengesteld uit de beginletters van afzonderlijke woorden en dat wordt uitgesproken als een reeks letternamen (omschrijving volgens de Nederlandse Taalunie). Vergelijk met de omschrijving van het woord letternaam in het Afrikaans
- cd: ceedee.
- (taalkunde) een woord dat bestaat uit de beginletters van een meerdelige naam (omschrijving volgens G. Geerts, H. Heestermans (1992) Van Dale groot woordenboek der Nederlandse taal, 12e druk). Vergelijk met de omschrijving van letterwoord door de Nederlandse Taalunie
- (taalkunde) een woord dat bestaat uit de initialen van de voornamen en familienaam. Soms worden voor de uitspraak noodzakelijke klinkers tussen gevoegd (Grote Winkler Prins Encyclopedie, 9e druk (1991))
- RaMbaM voor Rabbi Mozes ben Maimon.
Synoniemen
- initiaalnaam, initialennaam
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord initiaalwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "initiaalwoord" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.