Tanz
Duits
Uitspraak
- Geluid: Tanz (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtanʦ /
Woordafbreking
- Tanz
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | der Tanz | die Tänze |
genitief | des Tanzes | der Tänze |
datief | dem Tanz dem Tanze | den Tänzen |
accusatief | den Tanz | die Tänze |
Zelfstandig naamwoord
Tanz, v
- (dans) dans (bewegingen)
- (dans) bal (bijv. een dansfeest)
- (muziek) dans (muziekstuk, bijv. een tango)
Afgeleide begrippen
|
|
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.