Viertelfinale
Duits
Uitspraak
- Geluid: Viertelfinale (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfɪrtl.finaːlə /
Woordafbreking
- Vier·tel·fi·na·le
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van de Duitse zelfsandige naamwoorden Viertel en Finale
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| nominatief | das Viertelfinale | die Viertelfinale |
| genitief | des Viertelfinales | der Viertelfinale |
| datief | dem Viertelfinale | den Viertelfinalen |
| accusatief | das Viertelfinale | die Viertelfinale |
Zelfstandig naamwoord
Viertelfinale, o
- (sport) kwartfinale (de rond van de laatste acht teams of spelers)
- «Das Team enttäuschte mit einem Aus im Viertelfinale.»
- Het team boekte een teleurstellend uit in de kwartfinale.
- «Das Team enttäuschte mit einem Aus im Viertelfinale.»
Antoniemen
- Endrunde
- Vorrunde
Afgeleide begrippen
- Viertelfinalgegner
- Viertelfinalgegnerin
- Viertelfinalist
- Viertelfinalistin
- Viertelfinalspiel
- Viertelfinalteilnehmer
- Viertelfinalteilnehmerin
Hyperoniemen
- Ausscheidungswettkampf
- Wettbewerb
- Wettkampf
- Wettstreit
Verwante begrippen
- Achtelfinale
- Finale
- Halbfinale
Uitdrukkingen en gezegden
- das Viertelfinale erreichen
- das Viertelfinale verpassen
- im Viertelfinale ausscheiden
- im Viertelfinale scheitern
- sich für das Viertelfinale qualifizieren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.