Zeeuw
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Zeeuw (hulp, bestand)
- IPA: / zew / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- Zeeuw
Woordherkomst en -opbouw
- teruggevormd uit Zeelander bn zonder het achtervoegsel -s
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Zeeuw | Zeeuwen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Zeeuw m
- (demoniem) inwoner van Zeeland, of iemand afkomstig uit Zeeland
Opmerkingen
- Na de 17e eeuw heeft "Zeeuw" de benaming Zeelander voor een inwoner van Zeeland praktisch helemaal verdrongen. [1]
Verwante begrippen
Demoniemen bij Zeeland in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Gangbaarheid
- Het woord Zeeuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.