Zuid-Amerikaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Zuid-Amerikaan    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzœytaˌmeriˌkan/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Zuid-·Ame·ri·kaan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Zuid-Amerikaan Zuid-Amerikanen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deZuid-Amerikaanm

  1. (demoniem) een inwoner van Zuid-Amerika, of iemand afkomstig uit Zuid-Amerika
     Onlangs werden op deze plek meerdere mogelijke uitvinders van de omhaal genoemd. Wie kwam als eerst op het idee om met de voeten in de lucht en de rug bij het gras, achterwaarts te trappen? Hoe verdeeld de opvattingen ook zijn, de meeste historici zijn het erover eens dat het een Zuid-Amerikaan was: een Braziliaan, een Peruviaan of een Chileen. Allen hebben ze hun eigen naam voor de beweging.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord Zuid-Amerikaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Peter Zantingh
    “Rovesciata” (1 juli 2014) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.