aalboer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aalboer (hulp, bestand)
- IPA: / ˈalbur / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- aal·boer
Woordherkomst en -opbouw
samenstelling van aal zn en boer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aalboer | aalboeren |
verkleinwoord | aalboertje | aalboertjes |
Zelfstandig naamwoord
de aalboer m
- (beroep) iemand de alen verkoopt, palingboer
Gangbaarheid
- Het woord 'aalboer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.