palingboer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  palingboer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pa·ling·boer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord palingboer palingboeren
verkleinwoord palingboertje palingboertjes

Zelfstandig naamwoord

depalingboerm

  1. (beroep) iemand die palingen verkoopt, een palingventer

Gangbaarheid

  • Het woord palingboer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.