aaltje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aaltje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈalcə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aal·tje
Woordherkomst en -opbouw
  • [1]  aal zn  met het achtervoegsel -tje
  • [2] omdat de vorm aan een jonge paling doet denken [1] [2]
[2] enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord aaltje aaltjes

Zelfstandig naamwoord

hetaaltjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aal
  2. dim. tant. (wormen) benaming voor een nematoden die als parasieten op planten leven
Hyponiemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • [2] aaltjesadvisering, aaltjesgallen, aaltjesziek, aaltjesziekte

Gangbaarheid

  • Het woord aaltje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.