aamborstigheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aamborstigheid (hulp, bestand)
- IPA: / amˈbɔrstəxhɛit / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aam·bor·stig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van aamborstig met het achtervoegsel -heid.[1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | aamborstigheid | - |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de aamborstigheid v
- (medisch) het aamborstig zijn, moeilijk kunnen ademen als gevolg van bijvoorbeeld astma
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'aamborstigheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Afrikaans
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | aamborstigheid | aamborstighede |
Zelfstandig naamwoord
aamborstigheid
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.