aanfluiten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanfluiten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·flui·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

aanfluiten [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanfluiten
floot aan
aangefloten
klasse 2 volledig
  1. (jachttaal) door te fluiten honden laten stoppen
  2. naar iemand fluiten om hem of haar te bespotten of te beschimpen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'aanfluiten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.