aangekoekt

Uitspraak

• Geluid:  aangekoekt    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈaŋɣəˌkukt / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• aan·ge·koekt

Woordherkomst en -opbouw

• vervoeging van aankoeken: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van  aan bw  en  gekoekt ww 

Werkwoord

aangekoekt

1. voltooid deelwoord van aankoeken

Bijvoeglijk naamwoord

1. dat iets ergens aan vastgeplakt zit zonder dat dat echt de bedoeling was

   • Het was moeilijk om het aangekoekte vuil te verwijderen. 
   • De grote dag werd voorbereid met de inkoop van sponsjes. Sponsjes met, en zonder schuurvlak. Twee flessen bleekwater, een literfles ammoniak en een agressief bijtmiddel voor aangekoekte resten in het algemeen. ^[1] 

Gangbaarheid

• Het woord aangekoekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen