aankomstdag


Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aankomstdag    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·komst·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aankomstdag aankomstdagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deaankomstdagv/m

  1. de datum dat iets of iemand zijn bestemming bereikt
  2. de dag dat gasten aankomen


Gangbaarheid

  • Het woord 'aankomstdag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.