aanlokken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanlokken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanlɔkə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·lok·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanlokken
lokte aan
aangelokt
zwak -t volledig

Werkwoord

aanlokken [1]

  1. overgankelijk tot zich lokken, aantrekken, bekoren, op aangename wijze boeien
    • De organisatie probeert het festival nog beter bekend te maken en meer toeschouwers aan te lokken. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanlokken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.