aanmanen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanmanen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanmanə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·ma·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanmanen
maande aan
aangemaand
zwak -d volledig

Werkwoord

aanmanen

  1. overgankelijk aansporen, manen, bevelen, oproepen
     Toen hoorde hij tot zijn angst en vreugde de stem van de aartsengel Gabriel als een lied van binnen uit de klif komen, een stil lied dat hem aanmaande zijn landsheer te halen want die had een nog grotere zorg.[1]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanmanen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.