aanmerken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanmerken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanmɛrkə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·mer·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en merken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanmerken |
merkte aan |
aangemerkt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
aanmerken
- overgankelijk aanmerken als: (ter afkeuring) beschouwen
- Hij werd ten onrechte als hoofdverdachte aangemerkt.
- overgankelijk afkeuren
Afgeleide begrippen
- aanmerkelijk, aanmerking, aanmerkster
Gangbaarheid
- Het woord aanmerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanmerken" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.