aanmerken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanmerken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanmɛrkə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·mer·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanmerken
merkte aan
aangemerkt
zwak -t volledig

Werkwoord

aanmerken

  1. overgankelijk aanmerken als: (ter afkeuring) beschouwen
    • Hij werd ten onrechte als hoofdverdachte aangemerkt. 
  2. overgankelijk afkeuren
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord aanmerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.