aantrekking

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aantrekking    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈantrɛkɪŋ/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·trek·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aantrekking aantrekkingen
verkleinwoord aantrekkinkje aantrekkinkjes

Zelfstandig naamwoord

deaantrekkingv

  1. (natuurkunde) het elkaar aantrekken van massa, de kracht die dingen met massa naar elkaar laat bewegen
  2. (figuurlijk) de neiging tot iets
     Toch voelde hij, en niet voor het eerst, ook de aantrekking van een mogelijk schandaal.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aantrekking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Het koninklijk huis” (2022), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026354953
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.