natuurkunde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  natuurkunde    (hulp, bestand)
  • IPA: /naˈtyrkʏndə/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /naˈtyrkʏndə/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /naˈtyːrkʏndə/
Woordafbreking
  • na·tuur·kun·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord natuurkunde -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

denatuurkundev

  1. (wetenschap) subdiscipline binnen de natuurwetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van materie en energie evenals het gedrag en de interactie hiervan in ruimte en tijd
    • Wat is het verschil tussen natuurkunde en scheikunde? 
Synoniemen
Hyponiemen
  • bovennatuurkunde
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord natuurkunde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.