aanvoerweg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanvoerweg (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·voer·weg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aanvoer zn en weg zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvoerweg | aanvoerwegen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aanvoerweg m
- weg waarover mensen en goederen een gebied of plaats kunnen bereiken
- ▸ De provincie Raqqa wordt gezien als het machtscentrum van de extremistische groepering. Vorige week heroverden de Koerden met betrekkelijk gemak een andere plaats in het gebied, Tal Abyad. Als gevolg daarvan is de belangrijkste aanvoerweg tussen Turkije en het IS-bolwerk Raqqa afgesneden.[2]
- ▸ Doordat de aanvoerweg tussen Ommen en Den Ham was afgesloten moest het verkeer worden omgeleid wat tot files leidde. Een klein deel van het publiek miste hierdoor de opening.[3]
Antoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord aanvoerweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Koerden brengen IS slag toe in hart van 'kalifaat'” (23-06-2015), NOS
- ↑ Weblink bron “Politie pakt zes 'piraten'” (29-09-2008), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.