aanzegger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanzegger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·zeg·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanzegger aanzeggers
verkleinwoord aanzeggertje aanzeggertjes

Zelfstandig naamwoord

deaanzeggerm

  1. (beroep) iemand die geboorte en dood aanzegt

Gangbaarheid

  • Het woord aanzegger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
65 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.