abandon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  abandon    (hulp, bestand)
  • IPA: /abɑnˈdɔn/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aban·don
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord abandon -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetabandono

  1. gedraging die duidelijk maakt dat iemand niet langer aanspraak op iets maakt
    • Alleen een malariavlieg kan hem uit de kop van de wedstrijd houden. Fysiek en mentaal is hij niet te kraken, zonder pech geen abandon. [3]
    • Sedertdien: opleving van onze bedrijvigheid in het door ons bezette gedeelte, vooral Oostkust van Sumatra, maar overigens ellende en in de laatste maanden toenemende onveiligheid op de ondernemingen in ons gebied op Java, die reeds hier en daar tot abandon heeft geleid. [4]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord abandon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
37 %van de Nederlanders;
37 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Engels

Naar frequentie 2107
Uitspraak
  • Geluid:  abandon (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /əˈbændən/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Latijnse frase ad bandon.
vervoeging
onbepaalde wijs to  abandon 
he/she/it  abandons 
verleden tijd  abandoned 
voltooid
deelwoord
 abandoned 
onvoltooid
deelwoord
 abandoning 
gebiedende wijs  abandon 

Werkwoord

abandon

  1. verlaten, in de steek laten
  2. opgeven
Afgeleide begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.