abdicatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  abdicatie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ab·di·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘troonsafstand’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • Naamwoord van handeling van abdiceren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord abdicatie abdicaties
verkleinwoord abdicatietje abdicatietjes

Zelfstandig naamwoord

deabdicatiev

  1. troonsafstand
    • De abdicatie van Koningin Juliana. 
  2. het al dan niet vrijwillig afstand doen van iets
    • De abdicatie van de rechtsstaat. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord abdicatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.