abrigo

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • a·bri·go
enkelvoud meervoud
abrigo abrigos

Zelfstandig naamwoord

abrigo m

  1. (kleding) jas, overjas
  2. toevlucht, schuilplaats

Verwijzingen

    Werkwoord

    vervoeging van
    abrigar

    abrigo

    1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abrigar
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.