accelerator

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  accelerator    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ac·ce·le·ra·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘versneller’ voor het eerst aangetroffen in 1896 [1]
  • Naamwoord van handeling van accelereren met het achtervoegsel -ator [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord accelerator acceleratoren
accelerators
verkleinwoord acceleratortje acceleratortjes

Zelfstandig naamwoord

deacceleratorm

  1. (natuurkunde) deeltjesversneller
  2. (scheikunde) middel om een scheikundige reactie te versnellen
  3. (motortechniek) acceleratiepomp
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord accelerator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.