achterloops

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  achterloops    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ach·ter·loops
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen achterloops
verbogen achterloopse

Bijvoeglijk naamwoord

achterloops [1]

  1. van waterkeringen (met name van sluisdeuren) dat ze door een gebrekkige werking water doorlaten

Gangbaarheid

  • Het woord 'achterloops' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.