activa

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  activa    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑktiva/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ac·ti·va
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

deactivamv

  1. alleen meervoud (boekhouding) in geld uitgedrukte waarde van de bezittingen van een onderneming
     Gebouwen, voorraden en liquide middelen gelden als activa, de in patenten verzamelde kennis misschien ook. Schulden en het eigen vermogen horen bij de passiva.[2]
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord activum
Antoniemen
  1. passiva
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord activa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. activa op website: Etymologiebank.nl
  2. Weblink bron
    Mikkel Hofstee
    “Mensen horen ook op de balans van een bedrijf” (14 februari 2019) op nrc.nl
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Frans

Werkwoord

vervoeging van
activer

activa

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van activer

Roemeens

Uitspraak
  • IPA: /akti'va/
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

activa

  1. activeren

Spaans

Bijvoeglijk naamwoord

activa

  1. vrouwelijk enkelvoud van activo

Werkwoord

vervoeging van
activar

activa

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van activar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van activar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.