afbiezen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afbiezen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·bie·zen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

afbiezen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afbiezen
biesde af
afgebiesd
zwak -d volledig
  1. een stuk stof met een lint of bies afzetten
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord afbiezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
65 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.