afhaalpunt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afhaalpunt (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑfhalˌpʏnt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- af·haal·punt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van afhalen ww en punt zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afhaalpunt | afhaalpunten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het afhaalpunt o
- plaats waar men post of bestellingen kan laten bezorgen om ze van daaruit mee te nemen
- ▸ De markt groeit doordat steeds meer consumenten online winkelen. Daarbij is er ook meer behoefte aan afhaalpunten omdat mensen minder vaak thuis zijn op het moment dat spullen aan huis bezorgd worden. Bij een afhaalpunt kunnen pakjes op de eigen gewenste tijd afgehaald worden.[2]
Gangbaarheid
- Het woord afhaalpunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ afhaalpunt op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Anouk Eigenraam“‘UPS zet met afhaalpunten bij AH aanval in op PostNL’” (11 oktober 2013) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.