afklappen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afklappen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɑfklɑpə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • af·klap·pen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

afklappen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afklappen
klapte af
afgeklapt
zwak -t volledig
  1. iemand its uit het hoofd praten
  2. iemand afklappen: iemand tot zwijgen brengen

Gangbaarheid

  • Het woord afklappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
63 %van de Nederlanders;
60 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.