afpalen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afpalen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·pa·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en palen ww [1]
Werkwoord
afpalen [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afpalen |
paalde af |
afgepaald |
zwak -d | volledig |
- duidelijk aangeven waar het ene eindigt en het andere begint
- Een citeerzin legt die relatie juist expliciet: door het gebruik van zeggen, de dubbele punt en vooral de aanhalingstekens. Deze laatste geven te kennen dat ze een domein afpalen waarbinnen iemand anders voor de tekst verantwoordelijk is dan de journalist. [3]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord afpalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afpalen" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ afpalen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Marie van Beijnum 07-05-2004 Citeren
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.