afrotten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afrotten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·rot·ten
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

afrotten [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afrotten
rotte af
afgerot
zwak -t volledig
  1. door rotten ergens los van raken
  2. door rotten verloren gaan
  3. (scheldwoord) verrekken
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'afrotten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
55 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.