afschuiven

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afschuiven    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·schui·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afschuiven
schoof af
afgeschoven
klasse 2 volledig

Werkwoord

afschuiven [1]

  1. iemand anders iets laten doen wat je eigenlijk zelf zou moeten doen maar waar je geen zin in hebt
    • Hij schoof het vervelende werkje op zijn vrouw af. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afschuiven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.