afsloffen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afsloffen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·slof·fen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

afsloffen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afsloffen
slofte af
afgesloft
zwak -t volledig
  1. schuifelend weggaan
  2. naar beneden schuifelen

Gangbaarheid

  • Het woord 'afsloffen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
57 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.