sloffen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sloffen    (hulp, bestand)
  • IPA: /slɔf.ən/
Woordafbreking
  • slof·fen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘slepend lopen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1769 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sloffen
slofte
gesloft
zwak -t volledig

Werkwoord

sloffen

  1. inergatief zich zodanig voortbewegen dat de zool over de grond schuift
  2. inergatief, (informeel) geluk hebben

Zelfstandig naamwoord

desloffenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord slof
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • zich het vuur uit de sloffen lopen
heel hard werken

Gangbaarheid

  • Het woord sloffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.