afsporen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afsporen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·spo·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

afsporen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afsporen
spoorde af
afgespoord
zwak -d volledig
  1. iets helemaal doorzoeken
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'afsporen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
50 %van de Nederlanders;
59 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.