afvijzen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afvijzen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·vij·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afvijzen
vees af
afgevezen
klasse 1 volledig

Werkwoord

afvijzen [1]

  1. overgankelijk afschroeven
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'afvijzen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
20 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.