vijzen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vijzen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɛizə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • vij·zen
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van  vijs zn  met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vijzen
vees
gevezen
klasse 1 volledig

Werkwoord

vijzen

  1. in- of uitdraaien van een schroef
    • Je vijst deze twee schroeven tot ze vastzitten. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • vastvijzen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

devijzenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vijs

Gangbaarheid

  • Het woord vijzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.