afweerreactie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afweerreactie (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑfwereˌjɑksi / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- af·weer·re·ac·tie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van afweer zn en reactie zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afweerreactie | afweerreacties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de afweerreactie v
- (medisch) verandering in lichamelijke processen door het immuunsysteem bij het bestrijden van een infectie
- ▸ In het vaccin zitten levende, verzwakte virussen. Die lokken dezelfde afweerreactie uit als een ‘wilde’ infectie met deze virussen, alleen is deze reactie veel milder.[2]
- gedrag dat een direct gevolg is van een gevoelde dreiging
- ▸ Een belangrijke defensieve reflex op het Binnenhof is dat we in Nederland geen ‘personendemocratie’ willen, maar een ‘partijendemocratie’ willen blijven. Op het woord ‘personen’ volgen in deze afweerreactie onmiddellijk de woorden ‘cultus’, ‘verheerlijking’, ‘Fortuyn’ of ‘Wilders’, uiteraard met de nagedachte: en we weten waar dat toe leidt...[3]
Gangbaarheid
- Het woord afweerreactie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Sander Voormolen“Besmettelijker dan griep” (3 mei 2019) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Luuk van Middelaar“Politicus, u bent geen gewone burger” (12 september 2009) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.