algemeniteit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  algemeniteit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • al·ge·me·ni·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord algemeniteit algemeniteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dealgemeniteitv

  1. het algemeen-zijn
    • in z'n algemeniteit 
Synoniemen

Gangbaarheid

60 %van de Nederlanders;
43 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.