alleenstaand
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: alleenstaand (hulp, bestand)
Woordafbreking
- al·leen·staand
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van alleen en staand
Woordherkomst en -opbouw
- hier komt de etymologie van het woord-->
stellend | |
---|---|
onverbogen | alleenstaand |
verbogen | alleenstaande |
partitief | alleenstaands |
Bijvoeglijk naamwoord
alleenstaand
- zonder partner of gezin
- Zij was een alleenstaande vrouw.
- zonder aangebouwde buren
- ▸ Het was een alleenstaand huisje, met een kleine voortuin.[1]
Gangbaarheid
- Het woord alleenstaand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "alleenstaand" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Victoria Holt“Vlucht van de zeve zwaluwen” (1992), Saga, ISBN 9788726484892
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.