alomvattend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  alomvattend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • al·om·vat·tend
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen alomvattend
verbogen alomvattende
partitief alomvattends

Bijvoeglijk naamwoord

alomvattend [1]

  1. compleet, alles bij elkaar
    • Om de groei van Amsterdam in goede banen te leiden, wilde het stadsbestuur toen een alomvattend plan voor de stadsuitbreidingen. Daartoe werd de Dienst Stadsontwikkeling opgericht, die pas na jarenlange sociaal-economische onderzoeken in 1935 met het (A)lomvattend (U)itbreidingsP(lan) kwam.[2] 
     Te midden van een alomvattende onzekerheid was de Gute Hoffnung een bolwerk, een rots in de branding.[3]
     Op dat moment drong het tot me door dat ik een eerste stap had gezet op een pad dat me zou wegvoeren uit de alomvattende ellende waarin ik de laatste weken had geleefd.[4]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord alomvattend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Bernard Hulsman 16 maart 2017
  3. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
  4. Victoria Holt
    “De schaduw van gisteren” (2021), Saga, ISBN 9788726484830
  5. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.