universeel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  universeel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uni·ver·seel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘algemeen’ voor het eerst aangetroffen in 1521 [1]
  • afgeleid van het Franse universel, of het Latijnse versus verl. deelw. van vertere (wenden, keren) met het voorvoegsel uni- met het achtervoegsel -eel [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen universeeluniverseleruniverseelst
verbogen universeleuniverselereuniverseelste
partitief universeelsuniverselers-

Bijvoeglijk naamwoord

universeel

  1. iets dat algemeen of wereldwijd is, alom bekend, vertegenwoordigd of erkend
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord universeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.