alomvattendheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  alomvattendheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • al·om·vat·tend·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord alomvattendheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dealomvattendheidv [1]

  1. iets dat helemaal compleet is; iets dat betrekking heeft op het geheel
     Door zijn alomvattendheid vult het boek niet alleen je kennis aan, maar verandert het ook je kijk op wat je al wist. Bohannon beoogt dan ook niets minder dan een paradigmaverschuiving te bewerkstelligen. Of dit lukt, zal de tijd leren, maar Eva kan met recht tot de standaardwerken van de biologie worden gerekend.[2]
     Oud-psychiater Bram Bakker zei ooit over zijn beroepsgroep: ‘Wij zijn vooral psychiater geworden om onszelf te begrijpen.’ Of dit ook de drijfveer van Menno Oosterhoff was, is niet bekend, maar hij is in ieder geval ervaringsdeskundige in de psychiatrie. Hij stelt door zijn dwangstoornis altijd een grote drang naar alomvattendheid te hebben, en dat zie je ook terug in zijn boek.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord alomvattendheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Wouter Schreuder
    “Eva: de menselijke evolutie vanuit een vrouwelijk perspectief” (14 november 2023), NewScientist
  3. Weblink bron
    Wouter Schreuder
    “Ik zie anders niks aan je: gedachtekronkels van een ervaringsdeskundige” (13 maart 2022), NewScientist
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.