alpenbosmuis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: alpenbosmuis (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑlpə(n)ˌbɔsmœys / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- al·pen·bos·muis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Alpen en en bosmuis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alpenbosmuis | alpenbosmuizen |
verkleinwoord | alpenbosmuisje | alpenbosmuisjes |
Zelfstandig naamwoord
de alpenbosmuis v / m
- (knaagdieren) Apodemus alpicola knaagdier uit het geslacht bosmuizen (Apodemus). Deze soort werd oorspronkelijk beschreven als een ondersoort van de geelhalsbosmuis (A. flavicollis), maar is nauwer verwant aan de kleine bosmuis (A. uralensis)
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'alpenbosmuis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.