amare
Italiaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | onvoltooid deelwoord |
voltooid deelwoord |
amare |
amante |
amato |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
toekomende tijd |
amo |
amavo |
amerò |
volledig |
Werkwoord
amare
- overgankelijk liefhebben
Antoniemen
Latijn
Uitspraak
- IPA: /a.ˈmaː.rɛ/
Woordafbreking
- a·ma·re
stamtijd | |||
---|---|---|---|
infinitief | 1e pers. enk. ind. praes. act. |
1e pers. enk. ind. perf. act. |
supinum |
ămāre | ămo | ămāvi | ămātum |
eerste vervoeging | volledig |
Werkwoord
ămāre
- liefhebben, houden van, beminnen
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
amar |
amare
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van amar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van amar
vervoeging van |
---|
amarar |
amare
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van amarar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van amarar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van amarar
Tobiaans
Zelfstandig naamwoord
amare
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.