liefhebben

Nederlands

naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
liefhebbenliefhebbend
liefhebber
liefhebberij
Uitspraak
  • Geluid:  liefhebben    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lief·heb·ben
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
liefhebben
had lief
liefgehad
onregelmatig volledig

Werkwoord

liefhebben

  1. absoluut liefde voelen tot iemand of iets
    • Hij zingt van de vrouwen die hij heeft liefgehad. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord liefhebben staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.