amaryllis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  amaryllis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ama·ryl·lis
Woordherkomst en -opbouw
  • eponiem: van Neolatijn Amaryllis, in 1735 door Linnaeus vernoemd naar Amarullís (Ἀμαρυλλίς), een herderin in de 3e Idylle van de Griekse dichter Theocritus , in de betekenis van ‘sierplant’ voor het eerst aangetroffen in 1780 [1][2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord amaryllis amaryllissen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deamaryllisv/m

  1. narcisachtige sierplant meest bekend is de Amaryllis Belladonna, ze heeft een lange stengel en een paar grote bloemen
    • Het is een kleine, intieme wereld die de Haagse schilder Rudolf de Bruyn Ouboter (1894-1983) in zijn aquarellen heeft weergegeven. Hij maakte weinig portretten, schilderde geen Scheveningse stranden, exotische landschappen of steden, maar volstond met een vogelkooi, schelpen, glaswerk, een tinnen bord, een bosje sprotjes in verkreukeld papier of een enkele azalea of amaryllis tegen de achtergrond van een Japanse prent of een blauwe doek.[4]  
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord amaryllis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.