amerikansk

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ɑmɑiˈkaˀnsg /
Woordafbreking
  • ame·ri·kansk
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Deense eigennaam Amerika en een 'n' met het achtervoegsel -sk
Naar frequentie 1764
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud amerikansk mere amerikansk mest amerikansk
o enkelvoud amerikansk
meervoud amerikanske
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
amerikanske mere amerikansk mest amerikanske

Bijvoeglijk naamwoord

amerikansk

  1. (demoniem) Amerikaans
Afkorting
  • am.
  • amr.
  • amer.
Afgeleide begrippen
  • [1]: amerikansk-sovjetisk
  • [1]: antiamerikansk
  • [1]: danskamerikansk
  • [1]: proamerikansk
  • [1]: tysk-amerikansk
  • [1]: uamerikansk
  • [2]: angloamerikansk
  • [2]: latinamerikansk
  • [2]: mellemamerikansk
  • [2]: nordamerikansk
  • [2]: sydamerikansk
  • [2]: østrigsk-amerikansk
Verwante begrippen
Demoniemen bij Amerika in het Deens

inwoner: amerikaner • bijvoeglijk: amerikansk

Verwijzingen


    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / ɑməɾɪˈkɑːnsk /
    Woordafbreking
    • ame·ri·kansk
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van het Noorse naamwoord Amerika en een 'n' met het achtervoegsel -sk
    Naar frequentie 1571
    stellend vergrotend overtreffend
    onbepaald
    (sterk)
    m/v enkelvoud amerikansk amerikanskere amerikanskest
    o enkelvoud amerikansk
    meervoud amerikanske
    bepaald
    (zwak)
    enkelvoud en
    meervoud
    amerikanske amerikanskere amerikanskeste

    Bijvoeglijk naamwoord

    amerikansk

    1. (demoniem) Amerikaans
      «Tallet på amerikanske soldater som har mistet livet i Afghanistan har nå passert 1000.»
      Het aantal Amerikaanse soldaten dat in Afghanistan omgekomen is, is nu meer dan 1000.
    Synoniemen
    • USA-amerikansk [1]
    Hyponiemen
    • nordamerikansk
    • søramerikansk

    Zelfstandig naamwoord

      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   amerikansk     amerikansken     amerikansker     amerikanskene  
    genitief   amerikansks     amerikanskens     amerikanskers     amerikanskenes  

    amerikansk, m

    1. (taal) Amerikaans
    Afgeleide begrippen
    • amerikansk-engelsk
    Verwante begrippen

    Verwijzingen

    1. Statsspråk, Nr. 1 - 2008, side 4: USA-amerikaner


    Nynorsk

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / ɑməɾɪˈkɑːnsk /
    Woordafbreking
    • ame·ri·kansk
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig van het Nynorske naamwoord Amerika en een 'n' met het achtervoegsel -sk
    stellend vergrotend overtreffend
    onbepaald
    (sterk)
    m/v enkelvoud amerikansk meir amerikansk mest amerikansk
    o enkelvoud amerikansk
    meervoud amerikanske
    bepaald
    (zwak)
    enkelvoud en
    meervoud
    amerikanske meir amerikansk mest amerikanske

    Bijvoeglijk naamwoord

    amerikansk

    1. (demoniem) Amerikaans
      «Ein amerikansk journalist på 26 år vart førre måndag funnen slegen nesten i hjel i sin eigen heim.»
      Een Amerikaanse journalist van 26 jaar is afgelopen maandag in zijn eigen huis bijna te pletter geslagen gevonden.
    Synoniemen
    • USA-amerikansk [1]
    Hyponiemen
    • nordamerikansk
    • søramerikansk
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   amerikansk     amerikansken     amerikanskar     amerikanskane  

    Zelfstandig naamwoord

    amerikansk, m

    1. (taal) Amerikaans
    Afgeleide begrippen
    • amerikansk-engelsk
    Verwante begrippen

    Verwijzingen

    1. Statsspråk, Nr. 1 - 2008, side 4: USA-amerikaner
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.