amputatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  amputatie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • am·pu·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘afzetting van lichaamsdeel’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
  • Naamwoord van handeling van amputeren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord amputatie amputaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deamputatiev [3]

  1. (medisch) afzetting van een lichaamsdeel
     Haar enige kans om te overleven was een amputatie van haar tong.[4]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord amputatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.