anafase

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  anafase    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ana·fa·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord anafase anafasen
anafases
verkleinwoord anafasetje anafasetjes

Zelfstandig naamwoord

deanafasev

  1. (biologie) voorlaatste fase van de kerndeling
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'anafase' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
31 %van de Nederlanders;
43 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.